Collecte voor het gehandicapte kind, een dubbel gevoel

Op een afstand stond een jonge vrouw met een collectebus. Uit principe sla ik nooit een collectant over, hoeveel of weinig klein geld ik ook bij mij heb. Toen de vrouw met de collectebus zich omdraaide, zag ik dat het voor gehandicapte kinderen was. “Heeft u wat over voor gehandicapte kinderen die een dagje wat leuks willen doen?” 

Met een brok in mijn keel pakte ik wat geld en stopte het in de collectebus. Ik zag aan mijn dochter dat de raderen in haar hoofd gingen draaien. ‘Gehandicapte kinderen? Zoals mijn broer? Een dag iets leuks doen? Kunnen zijn dat dan niet en mijn broer wel?’ Ik legde uit dat niet alle kinderen zomaar een dagje weg kunnen, dat haar broer dat wel kan . Dat wij over een paar dagen met het gezin weggaan en alle kinderen dat wel eens zouden willen. Ondertussen keek ik naar het verbaasde gezicht van mijn dochter, voelde mij schuldig en dankbaar tegelijk dat wij er wel op uit kunnen. Andere kinderen gun ik het ook van harte. 

Ineens schrikt de collectante, een jonge vrouw van in de twintig, en vraagt: “Heeft u een gehandicapte zoon? Is dat jouw broer? Kunnen jullie wel een dagje uit?” Ze bood al bijna aan om ons te helpen. Onze dochter knikte verlegen, ik bedankte de vrouw voor het werk dat ze deed. Terwijl wij doorliepen, drong het tot de jonge vrouw door en schreeuwde ze door de drukke winkelstraat: “Respect mevrouw,” en maakte en buiging, “respect mevrouw, echt! Wauw! Respect, bedankt!”

Ik keek naar mijn dochter, we begrepen het niet helemaal, lachten verlegen, voelden pijn, verdriet en vreugde tegelijk, gaven elkaar een knuffel en gingen weer over tot de orde van de dag.

Deel via:

Terug naar overzicht